Vakantie ervaringen
Mieke en Leo

Naar de Spaanse stad Sevilla

Zijarm van de Guadalquivir rivier Stoeltjes in afwachting van de processie Zowel in 2004 (vanuit Albufeira) en 2007 (vanuit Armaçao de Pêra) maakten wij met een 'huurauto' een tocht naar het Spaanse Sevilla. De autoroute naar Spanje (E01) is uitstekend en in een kleine 2 uur sta je midden in het drukke Sevilla. Onderweg nestelen veel ooievaars zich in elektriciteitsmasten. Soms wel 4 koppels per mast en dat ziet er heel bijzonder uit. Het landschap is aardig maar Sevilla is beslist veel mooier en het bezoeken daarvan meer dan waard. Eén dag is eigenlijk te kort om de hele stad te bekijken maar de 'highlights' zijn prima te doen. Trek gemakkelijke schoenen aan want er is veel 'loopwerk'. Archeologisch museum Duiven op de Plaza de América Het is zo druk in Sevilla dat het ondoenlijk is om de auto ergens gratis te parkeren. Wij hebben er veel tijd mee verloren en de kosten van de, uiteindelijk gekozen, parkeergarage vielen heel erg mee. Een boekje met een plattegrond van Sevilla is handig om de route te bepalen van de te bezoeken plekken. Wij maakten gebruik van de Kosmos reisgids over Andalusië. In 2004 bezochten wij de stad eigenlijk op een verkeerd moment. Het was de week van de processies waardoor veel bezienswaardigheden niet toegankelijk waren voor toeristen en de stad stond boordevol met stoeltjes. Wel heel apart maar het was echt heel jammer dat we de grote kathedraal niet konden bezichtigen. Ook om die reden zijn we in 2007 nog een keer Met een koetsje door het Maria Louisa-park Museo de Artes Populares teruggegaan. De stad Sevilla ligt aan een, min of meer kunstmatige, zijarm van de Guadalquivir rivier. De stad kent een zeer rijke geschiedenis. Tot zo'n 1000 jaar v.C. bestond het gebied uitsluitend uit water en nadat zich enkele eilanden hadden gevormd hebben diverse groeperingen zich hier gevestigd. Van Tarsessiërs, Feniciërs, Carthagers tot de Romeinen. Dit ging altijd gepaard met de nodige strijd. Diverse invloeden zijn dan ook in de stad te vinden. Een wandeling door de stad voert je langs veel bijzondere gebouwen maar er is ook een erg mooi park te bewonderen. Het Maria Louisa-park was twee keer ons wandelstartpunt tijdens ons bezoek In het Maria Louisa-park In het Maria Louisa-park aan Sevilla. Het park is weliswaar nog niet erg oud (rond 1920) maar wordt gekenmerkt door de diverse stijlen die er zijn aangebracht. Op de Plaza de América hebben niet alleen de duiven het goed maar het is ook een prettige plek om even rustig te genieten van een drankje of je te laten vervoeren in een paardenkoets. Op dit plein zijn ook twee musea te bezoeken. Het Museo de Artes Populares toont onder andere kleding die tijdens Romerias wordt gedragen, muziekinstrumenten en landbouwwerktuigen. Aan de andere kant van het plein ligt het archeologisch museum. Hier bevinden zich onder andere goudschatten uit de Tartessische periode, maar er zijn ook vondsten uit de Romeinse en Moorse tijd te zien. Het kost natuurlijk wel extra tijd De Plaza de España Mooie tegeltableaus en 1 dag is erg kort om deze musea te bezoeken. Het park zelf is erg mooi. De rust en vele natuurelementen die je tegenkomt is in schril contrast met de enorme drukte er omheen. Binnen dit park ligt, op de Plaza de Espana, een spectaculair halfrond gebouw in blauw en geel. Het is er in 1929 neergezet naar aanleiding van de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling. Heel bijzonder zijn de tegeltableaus die langs de onderrand van het gebouw lopen. Ze stellen de Spaanse provincies voor met elk een kenmerkende gebeurtenis uit hun verleden. Met aan weerszijden twee hoge torens en een grote waterpartij op het midden van het grote plein is het zeker De Plaza de España De grote kathedraal van Sevilla een apart geheel. Via een aantal erg drukke straten zijn we naar de grote kathedraal gelopen. Toen wij in 2004 de stad bezochten werden de straten gedomineerd door het Semano Santa feest. Het feest vindt plaats in de periode rond Pasen en een week lang gaan vele tientallen broederschappen met in totaal 112 beeldengroepen in processie de straat op, begeleid door minstens 1000 'nazaernos' met kaarsen in een kostuum dat de Ku Klux Klan van hen heeft afgekeken. Voor ons was het een bizar gezicht en we voelden ons er niet gemakkelijk bij. De grote kathedraal was voor toeristen dan ook niet toegankelijk. In 2007 hebben we het grote complex alsnog bezocht en het was de extra dag naar Sevilla meer dan waard. Een aantal dagen in de Zijkant van de kathedraal Middenschip van de kathedraal stad is zeker een aanrader want er nog zoveel meer te zien. Op de plaats waar in 1401 nog de grote Almohaden-moskee stond werd begonnen met de bouw van een laatgotische kathedraal die de grootste van de wereld moest worden. De kathedraal werd als het ware om de moskee heen gebouwd. De hele geschiedenis is behoorlijk verwarrend. De bouw duurde maar liefst 125 jaar en het werd inderdaad de grootste van de wereld. De Sint Pieter in Rome en de St. Paul's in Londen zijn inmiddels groter. Tot in de 19e eeuw is er gesleuteld aan het geheel, onder andere vanwege de vele aardbevingen, en er zijn binnenin dan ook veel verschillende stijlen te zien. Er liggen belangrijke koningen begraven en er staat een pompeus grafmonument voor Columbus uit 1900. Eén van de altaren in de kerk In de zijkapellen van de kerk zijn veel kunstwerken te zien waaronder werken van Goya, Zurbarán, Montanés en muurschilderingen van Murillo. Midden in de kerk staat de Capilla Mayor uit de Koningsgraf 15e eeuw. Het gouden altaar bestaat uit 45 delen en is maar liefst 20 bij 13 meter. Heel bijzonder. Aan de overzijde bevindt zich het koor met 117 stoelen uit de 15e - eeuw. De orgels zijn uit de 18e eeuw. Er is zoveel te zien in de kathedraal dat het werkelijk te veel is om te benoemen. Je moet het echt zelf zien, zelfs als je niet gelovig bent zoals wij. Uiteindelijk kom je op de Patio de Naranjos, het oorspronkelijke voorplein van de moskee. Hier heb je ook zicht op de Giralda, een minaret uit de 12e eeuw. De toren kan ook beklommen worden en de toegang daarvan is via de kathedraal. Ondanks dat er nog zoveel meer te zien is in de mooie stad Sevilla en het beleven van het leven in de stad zeker ook de moeite waard is moesten wij ons beide keren, Eén van de prachtige kunstschatten vanwege de terugreis naar Portugal, toch een beetje beperken. We zijn teruggelopen naar de zijarm van de rivier de Guadalquivir en via de boulevard richting ons 'voertuig' gewandeld. Muurschilderingen van Murillo Onderweg passeerden we nog de Plaza de Toros. De bouw begon in 1761 en Sevillaanse liefhebbers noemen hem wel de 'kathedraal van het stierenvechten'. Wij houden daar echter niet zo van en zijn verder gelopen langs de Torre de Oro, of gouden toren. De toren was ooit het eindpunt van de Moorse stadsmuur die vanuit het Alcázar naar de rivier liep. De toren herbergt tegenwoordig een maritiem museum. Sevilla is voor ons zeker een stad om terug te komen om dan in een rustiger tempo de stad te beleven. De stad zelf kent geen rustig tempo, de stad bruist!


Capilla Mayor Koor met 15e-eeuwse stoelen De Giralda minaret Plaza de Toros 13e-eeuwse Torre de Oro